vrijdag 16 mei 2008

Mexico

De berichten dat Judith begin mei zou komen, en dat Christina eventjes zou terugkeren, kwamen als geschenken uit de hemel gevallen. Dit maakte o.a. mogelijk dat wij niet snel-snel voor de paspoortformaliteiten naar de grens moesten, maar dat we ze ook daadwerkelijk konden oversteken om er een paar dagen de Mexicaanse sfeer op te snuiven. Maar eerst was er feest in Pojom.
Niet omwille van de arbeid wordt er daar op 1 mei gefeest, maar omwille van het feit dat de Pojommers zich op die dag vrijkochten van de landeigenaren. Na een fikse wandeling mochten we kennismaken met de belangrijkste ingredienten van een Guatemalteeks dorpsfeest: voetbal en bier, veel bier. Althans, de meesten liepen er na enige tijd toch bij alsof ze er een overdosis van geconsumeerd hadden. Het derde belangrijke ingrediënt, de marimba-band, hebben we niet gehaald. Tegen de tijd dat het dansorkest begon te spelen, waren wij ‘de Berg’ alweer overgeklauterd.
Tien dagen later hebben we die schade ingehaald, want toen werd moederdag in Ixquisis gevierd: dit keer lieten we het voetbal voor wat het was, maar namen ‘s avonds eens een kijkje in ‘El Salon’ waar alweer een marimba-band speelde. We herinneren ons vaag hoe we zelf wel eens tegen het einde van de fuif over de dansvloer zwalpten, maar denken toch dat dat niet kon tippen aan de taferelen die we hier zagen. De zon en de pintjes hadden ook hier hun tol geëist, gelukkig zonder nachtelijke spoedgevallen tot gevolg. Of het er enkele dagen voordien in Yalanhuitz ook zo aan toe gegaan is, kunnen we jullie niet vertellen, want toen zaten wij dus in Mexico.
Op 3 mei reden we samen met de meisjes van Pojom tot in La Democracia alwaar onze wegen scheidden en wij koers zetten naar San Cristobal de Las Casas: een kleurrijk en vredevol stadje in Chiapas waar het niet eens zo lang geleden stevig heeft gerommeld. Zo leerden we tijdens het bekijken van een documentaire over de Zapatisten.
Bij het eerste ontbijt maakten we kennis met Illy en Keram. Een Mexicaanse tandartse en haar in Mexico wonende Turks-Amerikaanse vriend. Na een dagje stadsbezoek zouden we elkaar ‘s avonds weer treffen voor een hapje en een drankje. Het werd een gezellige avond waar over koetjes en kalfjes werd gepraat, maar ook over Vivir En Amor. Illy en Keram waren hierover zeer enthousiast en dus zou het wel eens kunnen dat wij hen en een gevolg collega-tandartsen en dokters op een dag in Yalanhuitz mogen verwelkomen…
Gelukkig, nu ja, waren wij een uur te laat op de afspraak en konden Illy en Keram ons erop wijzen dat in Mexico de klok 1 uur verder staat tov Guatemala. Anders hadden wij een dag later de bus die ons naar de Canyon Del Sumidero zou brengen, gemist. En dat zou wel zeer jammer geweest zijn, want op onze boottocht doorheen deze prachtige Canyon kwamen we naast allerlei vogels, ook krokodillen, leguanen en vleermuizen tegen. Het hoogste punt van de Canyon ligt op 1 km (!) boven het wateroppervlak. De legende wil dat de Mexicanen, die de dood boven de slavernij verkozen, hier ten tijde van de Spaanse invasie naar beneden sprongen. Sterven (van)op een hoogtepunt!
Gezien het succes van deze trip, besloten we om, na nog een dagje in de stad, ook aan de trip Grutas Del Rancho Nuevo – Cascade El Chiflon – Lagos De Montebello deel te nemen. Ondanks de mooie foto’s (al zeggen we het zelf) die we op deze dag namen, sloeg deze trip ons een beetje tegen. De grotten waren niet echt spectaculair en we hadden ons net iets anders voorgesteld bij een bezoek aan de meren dan: busje uit, kiekje maken, busje in, volgend meer, busje uit, etc. Tot overmaat van ramp nam het iets oudere publiek de videocamera en het fototoestel veelvuldig in de aanslag bij het passeren van armzalige mensen/huisjes/dorpjes, waardoor een gevoel van plaatsvervangende schaamte zich over ons meester maakte.
Gelukkig werd die dag het hoogtepunt tot op het einde bewaard. Tijdens de wandeling langsheen de Cascade El Chiflon waren we een tijdje bevrijd van de anderen en voelden we ons even geen Neckerman-toeristen meer.
De dag daarna, op de terugreis naar Yalanhuitz, kwamen we Christina tegen. Zij was met een patientje en haar mama onderweg naar het ziekenhuis in Huehuetenango vanwege ernstige ondervoeding, longontsteking en vermoeden van meningitis. Vermits wij ondertussen terug met de auto onderweg waren, werd al snel beslist dat wij rechtsomkeer zouden maken. Na een nachtje bij de immer snel Spaans sprekende Celia (Colocha was in Jalambojoch, op onze terugweg kwamen we ze nog tegen) gingen we nog eens langs in het ziekenhuis. Daar kostte het Veerle veel moeite om de moeder te overtuigen niet terug naar huis te gaan met haar kindje. Ze wilde dat doen omdat de verstandhouding en communicatie tussen Ladino-dokter en Maya-patient niet optimaal waren. Een probleem dat hier blijkbaar wel meer voorkomt.
Ondertussen zijn we alweer een week terug “thuis” en zijn dit de laatste nieuwtjes uit Yalanhuitz: De wonden van Baltazar zijn weeral spectaculair verbeterd. en voor het eerst in vijf maanden zet hij weer enkele stapjes. Nu kan/moet hij elke dag een uurtje buitenzitten.
Ondertussen weten we zeker dat Diego, een jongeman uit Yalanhuitz, tbc heeft. Het Centro De Salud in San Mateo had zijn speekselstalen (zogezegd?) eerder onderzocht en volgens hen was er geen vuiltje aan de lucht. Maar nu de microscoop in Pojom gerepareerd is, heeft Kurt het tegendeel bewezen. De behandeling, die zes maanden zal duren, is intussen opgestart.
En, er is terug een modem in het kliniekje. Dit bericht hebben we dus vanuit Yalanhuitz op het wereldwijde web gezet. Olé!

Perla y Esteban