donderdag 5 februari 2009

The Winner Takes It All - Abba

Dag allen,

Het is niet meer nodig om jullie hersenen te pijnigen, want we hebben al een winnaar! Bart Linders was de eerste die ons wist te vertellen dat de titels van al onze blogberichten ook titels van liedjes zijn.
Dit is de tracklist: The Final Countdown - Europe, Last Goodbye - Jeff Buckley, Leaving On A Jetplane - John Denver, Het Geloof - Katastroof, Bicycle Race - Queen, Allemaal Beestjes - Peter Koelewijn, Push It! - Salt-n-Pepa, Little Earthquakes - Tori Amos, Mexico - Zangeres Zonder Naam, A Hard Rain’s Gonna Fall - Bob Dylan, War Pigs - Black Sabbath, Vrolijke Vrienden - Nonkel Bob, These Boots Are Made For walking - Nancy Sinatra, Hard Times - The Scabs, Holidays In The Sun - The Sex Pistols, Exodus - Bob Marley, La Isla Bonita - Madonna, Rose Garden - Lynn Anderson, Jingle Bells - Edison Male Quartette (en jammer genoeg vele anderen), Hells Bells - AC/DC, Diep In de Zee - Freddy Gumbs (uit de soundtrack van De Kleine Zeemeermin), Op het Dak Van De Wereld - Dana Winner.
Omdat Bart gewonnen heeft mag hij samen met Kim, Wout en Tuur tijdens een etentje bij ons thuis een Guatemalteeks verrassingspakket in ontvangst nemen. Vermits Annick Demol maar een kleine achterstand (38min) had op Bart brengen we voor haar nog een troostprijsje mee. De andere deelnemers zullen het moeten stellen met de olympische gedachte: Meedoen is belangrijker dan winnen.

Wij zijn intussen terug in Antigua, de stad waar het voor ons een jaartje geleden allemaal begon. We hebben daarstraks een bezoekje gebracht aan Jose en Carla, de eigenaars van onze Spaanse school van toen. Zij waren aangenaam verrast met ons bezoek en nodigden ons prompt uit om er morgenmiddag te komen eten! Daarna stappen we in de bus richting luchthaven….

Tot zeer, zeer binnenkort,

Veerle en Steven

woensdag 4 februari 2009

Op het dak van de wereld

En toen was het tijd om stilaan de terugtocht aan te vatten, ééntje die nog twee weken zou duren, want...:
In El Salvador bezochten we eerst nog het bergdorpje La Palma, gekend vanwege de kunstenaar Fernando Llort, die z´n kinderlijke schilderstijl aanleerde aan de plaatselijke bevolking! Resultaat hiervan is dat het hele dorp hiermee beschilderd is, van gevels, over souvenirs tot onze hotelkamer toe. Vanuit La Palma namen we de bus naar Río Chiquito, van waaruit onze wandeling naar ´Cerro El Pital´ vertrok. Deze trip leidde ons naar het hoogste punt van El Salvador, gelegen op 2730m. Onder een stralend zonnetje genoten we van frisse dennengeur en adembenemende vergezichten! Op de terugweg namen we ook nog een kijkje bij ´Piedra Rajada´, een gigantische rotsblok dat door een diepe ravijn van de rotswand gescheiden wordt!
Weer een beetje dichter bij ons eindstation lag Suchitoto. Dit kunststadje met kasseistraatjes en witgekalkte gevels ligt aan de oever van het Suchitlanmeer, het is er heerlijk kuieren in de straatjes, zitten op het plein en genieten van een tasje koffie. Ook hier hebben we gewandeld. Los Tercios is een droogstaande waterval die toch het bezoeken waard bleek te zijn vanwege de rechthoekige rotsblokken die hier het natuurlijke decor vormen. De mens zou het niet beter kunnen aanleggen.
Afscheid nemen van El Salvador en z´n lekkere pupusas deden we in Ahuachapán, een doorsneestadje dat voor ons enkel een stopplaats was alvorens we de grens met Guatemala overstaken.
Een lange busrit bracht ons helemaal tot in Xela, een levendige stad waar we eerder al eens passeerden. Nu waren we er terug omdat we van hieruit de vulkaan Tajamulco wilden beklimmen, welke met z´n 4222m het hoogste punt van Centraal-Amerika is! En dat heeft vooral Steven geweten. Door het lagere zuurstofgehalte in de lucht kostte het veel moeite om het basiskamp te bereiken. Nadat we er hadden genoten van een warme tas koffie, klommen we verder naar de eerste van de twee toppen en genoten er van een prachtige zonsondergang boven de wolken!
Na een ijzige nacht vertrokken we om 4.00u ´s morgends naar de hoogste top, waar we in onze slaapzakken wachtten tot de zon weer tevoorschijn kwam. Als beloning voor het wachten kregen we niet enkel de zon te zien, maar zagen we ook hoe de Tajamulco z´n schaduw op de lucht wierp. Je moet het gezien hebben om het te kunnen geloven!
Na een zonnige afdaling keerden we met de bus terug naar Casa Argentina, ons hospedaje én de thuisbasis van Quetzaltrekkers, de non-profitorganisatie die deze trek organiseerde.
Intussen was ook onze laatste week vakantie begonnen (oooooh!), dus reisden we van Xela door naar Huehuetenango om er afscheid te nemen van enkele vrienden. We sliepen een laatste keer bij Oscar, pikten onze spullen op bij de mama van Rudy en we namen een kijkje in de karateschool waar Checha aan het werk was.
Dit bericht publiceren we vanuit Panajachel. We genieten hier nog even van Lago de Atitlán alvorens we naar Antigua en de luchthaven gaan.
En dan nu de kleine verrassing, die blijkbaar in België al grote proporties heeft aangenomen. We zullen jullie maar meteen geruststellen/ontgoochelen: Veerle is niet zwanger, we gaan niet trouwen en we komen wel degelijk terug. Maar er is wel een prijsvraag aan onze blog verbonden, nl: ´Al onze tot nu toe gepubliceerde berichten hebben 1 gemeenschappelijke eigenschap, welke?´ (Tip: Je moet niet al onze berichten helemaal gelezen hebben om het juiste antwoord te kunnen vinden.)
Diegene die als eerste het juiste antwoord mailt naar veerleensteven@gmail.com mag van ons een prijs verwachten!! We zijn benieuwd...
Tot zondag!

Veerle en Steven

maandag 26 januari 2009

Diep In De Zee

Dag thuisfront!

Per overzet gingen we van het vasteland naar Utila, één van de Bay Islands gelegen in de Caraïbische Zee. Een kamertje vonden we bij Tony´s Place, alwaar de huisbazin met haar drinkbakjes vele kolibrietjes lokt. Nadat we geïnstalleerd waren gingen we op zoek naar een duikschool, want daar draait het in Utila om. Na een bezoek aan enkele scholen, keerden we terug naar onze eerste keuze: we zouden in zee gaan met het Captain Morgan´s Dive Centre. Wat de lokatie betreft, hadden zij een streepje voor op al de andere. De duikschool en het bijhorende hotel zijn namelijk gelegen op Jewel Cay/ Pigeon Cay. Dit zijn twee piepkleine eilandjes voor de kust van Utila. Er wonen slechts 350 mensen, er zijn geen auto´s, brommers, fietsen, ... en dus is de hoofstraat eigenlijk een wandelpad.
Maar zover zijn we eigenlijk nog niet, want de nacht voor ons vertrek naar de Cays werd Veerle ziek. Noodgedwongen werd ons geduld dus nog wat langer op de proef gesteld. Steven trok er dan maar alleen op uit om Utila een beetje te verkennen. Het straatbeeld is er zeer uiteenlopend. Je hebt er zowel mooie huizen met bijhorende golfkarretjes die hier gewoon dienst doen als auto, maar je vindt er ook het nodige verval. Waarschijnlijk overblijfselen van één of andere orkaan.
De dag daarop wandelden we samen naar de andere kant van het eiland en kwamen we enkele bewoners tegen: salamanders en leguanen in verschillende formaten en kleuren.
Na drie dagen Utila begonnen we dan echt aan onze duikcursus. Al heel vroeg in de ochtend werden we naar Jewel Cay gebracht waar we hartelijk werden ontvangen door Anke, onze Duitse duikinstructrice. We maakten ook kennis met vier sympathieke Amerikanen, waarmee we samen een klasje vormden. Na een inleidende video werden we op onze zwemkunsten getest: 200m zwemmen (van Jewel Cay naar Diamond Cay en terug) en 10 minuten drijven (verbazingwekkend simpel in zout water). In de namiddag kregen we onze eerste duikles die begon met het aantrekken van de hele uitrusting, een karweitje dat elke dag vlotter ging. Verder beperkte de les zich tot het aanleren van diverse basistechnieken in ondiep water: duikbril af- en opzetten, luchtvoorziening uit de mond nemen en terugplaatsen,...
De daarop volgende dagen gingen we in de voormiddag duiken (nog steeds oefenen, nu in diep water, maar toch ook al genieten) en bekeken we in de namiddag videos waarvan daarna onze kennis getest werd. En dan bleef er nog tijd over om te relaxen of om te snorkelen.
Na het behalen van het ´Open Water Dive´-certificaat hadden we nog twee fundives te goed en doken we naar een diepte van 18m.
Tijdens deze vierdaagse kwamen we heel wat tegen in de Caraïbische onderwaterwereld: prachtig gekleurde koraalriffen, een zeeschildpad die ons gezelschap opzocht, een zeepaardje dat rondhuppelde op de bodem, een baracuda, een goed gecamoufleerde krab, ontelbare kleurrijke visjes, enz...
Na ons onderwateravontuur gingen we via Utila terug naar het vasteland. We dachten enkele dagen van zon en zee te genieten in Trujillo, maar jammer genoeg regende het er pijpestelen en was er buiten het Santa Barbarafort niets te zien. We waren er dan ook snel terug weg en besloten om te gaan raften op de Río Cangrejal. Door omstandigheden legden we tweemaal het zelfde traject af in ons rubberbootje. Daardoor kregen we bij de tweede doortocht de gelegenheid om eens van een rots in de wilde rivier te springen en om ons al drijvend te laten meevoeren door de rivier.
Uitblazen van het raften deden we in de badstad Tela waar de zon intussen weer van de partij is. We namen er eens een kijkje op de verbrande pier. In betere tijden reed de goederentrein tot op de pier om de bananen rechtstreeks op de boot te kunnen laden. Wat overblijft is een uitstekende vissersstek en om één of andere reden is het ook de scheidingslijn tussen een vuil en een proper strand.
Ons verblijf in Honduras sloten we af met een tussenstop in Santa Rosa de Cópan, een gezellig stadje waar verder weinig over te zeggen valt.
Ondertussen zijn wij al terug in El Salvador, en dat betekent dat onze reis er bijna opzit, maar hou deze pagina toch nog eventjes goed in de gaten, want wij hebben nog een kleine verrassing voor jullie in petto!
Tot weldra,

Perla y Esteban

vrijdag 9 januari 2009

Hells Bells

Buenas Dias vanuit het zesde land op onze trip!

Op tweede kerstdag verlieten we Nicaragua en maakten we een tussenstop in Danli. Een stadje om snel te vergeten: niets te zien, en slapen deden we in een schimmelkamer!
Van hieruit ging het verder noordwaarts naar Valle de Angeles. Een koloniaal mijnstadje, dat gekend staat om z'n vele artesania. In het centrum van dit stadje bevinden zich het park, de kathedraal en de souvenirshops die in het weekend overspoeld worden door gegoede Hondurezen. Eigenlijk leek heel Valle de Angeles voor de rijkere klasse. Naast de hotelprijzen lag ook de toegangsprijs voor het nationaal park 'La Tigra' aan de hoge kant waardoor we het lieten voor wat het was. Dan maar verder tot in Comayagua, alweer een koloniale stad (die Spanjaarden toch) dat nog een tijdje de hoofdstad van Honduras is geweest vanwege de nabijheid van de zilvermijnen. Uit die tijd stamt de klok van de kathedraal, die gemaakt werd door de Moren voor het Alhambra in Granada (Spanje), en uiteindelijk weggeschonken werd aan Comayagua. De wijzerplaat kreeg inmiddels een plaatsje in het archeologisch museum, terwijl het mechanisme nog steeds dienstdoet in de klokkentoren van de kathedraal. In deze klokkentoren mochten we een kijkje nemen terwijl de klokkenluider aan het werk was. Met behulp van drie touwen, twee handen en een been luidde deze enthousiaste tiener vier klokken wat een hels maar mooi lawaai opleverde. Verder genoten we nog van Casa de la Cultura en de vele aangelegde pleintjes waar het heerlijk kuieren was. Vervolgens legden we in enkele dagen het traject Comayagua-Marcala-La Esperanza-Gracias af: de Lencaroute, genoemd naar de oorspronkelijke bevolking van Honduras die hier nog het sterkst vertegenwoordigd is. Vanuit Marcala maakten we een daguitstap naar La Estanzuela en z'n nabijgelegen 'Cueva del Gigante' (=reuzengrot). Onderweg naar Gracias werden we flink dooreengeschud, maar de prachtige landschappen langs de onverharde weg maakten veel goed. Op onze eerste avond in Gracias, oudejaarsavond, aten we meteen in het duurste restaurant. Niet zozeer omdat we de bloemetjes deftig wilden buitenzetten, maar wel omdat het het enige geopende restaurant was. Het eten was echt lekker, doch even later voelde Veerle zich een beetje ziekjes. In afwachting van beterschap dronk Steven alvast een eerste rummetje. En een tweede, een derde, een vierde,... de fles!
Gelukkig was Veerle tegen middernacht terug op de been, en zo konden we toch nog samen genieten van het vele vuurwerk dat werd afgeschoten. Hierbij werd niet echt aan veiligheid gedacht: hele plastiek zakken vol vuurwerk werden op het vuur gezet en kinderen staken pijlen af die ze in hun handen vasthielden! Gelukkig zagen we geen accidenten, maar werd het jaar knallend ingezet!!
Op nieuwjaarsdag was nog steeds alles gesloten en werd 1 januari 2009 een luilekkerdag. We brachten enkel een bezoekje aan het San Cristobalfort. En ook vandaag hoorden we nog veel vuurwerk knallen. Gracias hadden we intussen wel gezien dus maakten we de volgende dagen van hieruit enkele uitstappen. Eerst bezochten we Balnearios Aguas Termales (= warmwaterbronnen). Voor eenmaal had het wel eens wat kouder mogen zijn, want dan hadden we nog meer genoten van het warme water. De dag daarop maakten we een fikse wandeling door het nationaal park 'Montana de Celaque: een mooie boswandeling, jammer genoeg was het uitzichtpunt aan de waterval een kleine teleurstelling.
Het was intussen twee maanden geleden dat we in Tikal waren, dus wilden we nog wel eens een Mayaruine bezoeken. Net buiten het centrum van het pittoreske stadje Copan liggen de ruines die in de eerste plaats beroemd zijn voor hun stelae, iets wat we best kunnen omschrijven als een soort totempaal. Deze staan op het eerste zicht kriskras door elkaar, maar aan de hand van hun schaduwpatronen zouden de maya's o.a. hebben kunnen zien wanneer het winter- en zomerzonnewende was. Verder waren we nog onder de indruk van de hierogliefentrap met z'n 63 gebeeldhouwde treden. In het stadje zelf bezochten we nog 'El Cuartel', een voormalige gevangenis met uitzicht over Copan, waar het interactieve mayamuseum Casa K'Inich in is ondergebracht.
Vanuit Copan zakten we terug een beetje naar beneden en kwamen we terecht in brouwerij D&D, gelegen aan de rand van het Yojoameer. We genoten van de bieren die er gebrouwen worden in een koelcontainer en van de vele vogels die in de omgeving van het meer hun habitat hebben. Gewapend met een verrekijker en ons fototoestel spendeerden we een ganse namiddag aan de oevers van het meer. We hebben maar een fractie van de 400 vogelsoorten die hier rondfladderen gespot, maar we vonden het toch een leuke bezigheid.
Vandaag reizen we verder tot aan de Caraibische kust, maar daarover lezen jullie meer als we weer boven water zijn.
Vele groeten,

Veerle en Steven

vrijdag 2 januari 2009

Jingle Bells

Ho ho hoow,

We brengen jullie langs deze weg geen pakjes, maar wel onze persoonlijke top 15 van onze belevenissen in Nicaragua!

15) Esteli: Onze laatste bestemming in Nicaragua viel ons een beetje tegen. De stad had minder te bieden dan we verwacht hadden en vanwege Kerstmis was er veel gesloten. Bovendien bereikte het aantal Jingle Bells (in allerlei versies) per dag z´n hoogtepunt. Op alle hoeken en pleintjes dreunde het door de boxen. En de vele kerstmannen, zij bleven vrolijk! Doch, het was niet allemaal negatief in Esteli. Ons kerstdiner in Casa Vecchia en onze uitstap naar de waterval 'Salto Estanzuela' waren twee lichtpunten.
14) Catarina: Vanuit Masaya maakten we een uitstap naar Catarina, één van de 'Pueblos Blancos' waar volgens onze reisgids witte huisjes met kleurrijk geschilderde voordeuren zouden staan. Deze hebben we niet gevonden, maar vanop de plaatselijke 'mirador' (uitkijkpunt) hadden we wel een prachtig uitzicht over Laguna de Apoyo, Volcán Mombacho en Granada waarover later meer.
13) Masaya: Vanuit dit stadje met z´n artisanale markt maakten we diverse uitstapjes, zie nr 3,12 en 14.
12) San Juan de Oriente: Dit dorpje staat in Nicaragua bekend om zijn aardewerk. Zowat in heel het dorp kan je werken van de lokale ambachtslui gemaakt zien worden én kopen. En ook export kennen ze hier: niet-gesigneerde potten gaan naar Costa Rica, alwaar er vakkundig Costa Rica in gegraveerd wordt en ze ook daar als plaatselijke artisania verkocht worden!
11) San Juan Del Sur: Het zuidelijkste punt van onze trip had voor ons zon, zee en strand in petto. Samen met het Antwerpse koppel Tom en Annemie gingen we naar de stranden Maderas en Majagual. In dit surfersparadijs kregen we sterk de indruk dat surfen vooral draait rond het hébben van een plank én van de juiste look! Er werd vooral geparadeerd en gedobberd en dus besloten Tom en Steven om eventjes een plank te lenen. Al ging het met veel vallen en slechts een beetje opstaan, ze waren prompt de actiefste surfers in de baai.
10) Laguna de Apoyo: Op aanraden van een Zwitsers koppel zijn we ook naar dit meer gegaan, waarover we eerder een prachtig uitzicht hadden. Op de oever was het heerlijk relaxen, lezen,..., in het meer was het aangenaam zwemmen en in het Biologisch Station, ook wel Spaanse school, waar we verbleven konden we een spelletje spelen, lekker koken,... Helaas werden onze buren het slachtoffer van een diefstal op hun kamer en het hadden evengoed wij kunnen zijn! En zeggen dat wij op voorhand al een slecht gevoel hadden bij deze zogezegde hotelgast!
9) Las Peñitas: Niet zo heel ver van Leon ligt dit dorpje aan de rand van de Stille Oceaan. De perfecte plaats om een dagje te relaxen, want het traject bed-terras-strand-zee bedroeg amper 30 meter. Ook hier amuseerden we ons nog eens met een bodyboard en aten we hele lekkere vis!
8) Volcán Mombacho: Deze vulkaan was voor ons het decor van een tweedaagse. Per jeep ging het langs koffieplantages bergopwaarts tot in het nationaal park met z´n eco-herberg dat bijna op de top ligt. ´s Middags deden we een 4 uur durende wandeling op Mombacho´s flanken en hadden we prachtige uitzichten op Isla de Ometepe, Las Isletas, Granada, Laguna de Apoyo,... Na een sobere maaltijd stond er nog een nachtwandeling op het programma. Tijdens deze tocht zochten we samen met onze gids naar allerlei beestjes die hier hun thuis hebben: o.a. een uil, enkele slapende vogeltjes, sprinkhanen en salamanders hebben we gespot, maar de roodoogkikker was in geen velden of wegen te bespeuren.
7) Matagalpa: Dit stadje ligt in dezelfde regio als Esteli en heeft evenveel (of weinig) te bieden als laatstgenoemde, maar staat veel hoger in onze rangschikking omdat we er twee zeer mooie wandelingen hebben gemaakt. De oorlogsroute van 1978 leidde ons de bergen in, naar het schuilgebied van de gevluchtte revolutionairen. We passeerden o.a. een grote, mooi onderhouden plantage en beklommen de ´Cerro de buena vista´. Tijdens de tweede wandeling (oorlogsroute 1979) volgden we een stuk het traject van de vluchtende Guardía Nacional (= Nationale wacht). Zij moesten het op een loopje zetten toen het de guerillas uiteindelijk toch gelukt was om de stad in handen te krijgen. Afsluiter van deze wandeling was het prachtig uitzicht dat we over de stad hadden vanop ´Cerro El Calvario´.
Ook het vermelden waard is ons veilig hotelletje. De bewaker hield de deur altijd netjes gesloten. Helaas wachtte hij niet op de aflossing van de wacht en dus konden wij 1 keer niet in en 2 keer niet uit ons hotel!!
6) Isla de Ometepe: Watervallen van San Ramón: In het Lago de Nicaragua ligt het eiland Ometepe dat gevormd wordt door de vulkanen Concepcion en Maderas. Via het dorpje San Ramón wandelden we de Maderas een stukje op tot aan de goed verborgen watervallen. Tijdens deze tocht werden we meermaals begroet door apen die boven onze hoofden in de bomen slingerden. Kortom weeral een prachtig stukje natuur.
5) Granada: Aan de oevers van het Lago de Nicaragua ligt deze mooie koloniale stad. Dat uit zich in de eerste plaats via de typische gevels, straatstenen, vele katholieke kerken en een klooster. In dit prachtig gerestaureerde Convento de San Francisco kwamen we meer te weten over de geschiedenis van Nicaragua en in het bijzonder die van Granada. Tijdens ons bezoek aan de Iglesia La Merced mochten we de klokkentoren beklimmen. Van hieruit hadden we o.a. een uitzicht over de gele kathedraal, gelegen aan het centraal park met z´n vele mangobomen. Vlakbij, aan de Plaza de la Independencia, liggen het bisschoppelijk paleis en La Casa de Los Leones. In dit statige gebouw met z´n mooie toegangspoort zijn tegenwoordig expositieruimten, de muziek- en kunstacademie en een concertzaal gehuisvest. Verder bezochten we nog een archeologisch museum in een prachtig koloniaal gebouw met binnentuin en het niet meer gebruikte treinstation. Beiden verdienen volgens ons wel een vermelding in de reisgids.
4) Isla de Ometepe: Vulkaan Maderas: Samen met o.a. Tom en Annemie (het Antwerpse koppel dat we in San Juan Del Sur hadden leren kennen) beklommen we deze vulkaan. Zoals wel vaker zat de vulkaan met z´n hoofd in de wolken, maar vandaag kwam er nog eens regen bovenop. Daardoor konden we niet genieten van een mooi uitzicht over het kratermeer, werden de paadjes modderpoelen of -stromen en kwamen we na een tocht van 9 uur als verzopen waterkiekens terug beneden aan. En dit niet in groep, want die was tijdens de afdaling volledig gesplitst waardoor slechts 1 meisje met de gids via de juiste weg terug aankwam. Het klinkt misschien allemaal niet zo positief, maar de beklimming van de Maderas staat op nr 4 omdat hij voor lang in ons geheugen gegrift zal staan.
3) Volcán Masaya: Van een heel andere orde was deze vulkaan. De beklimming was niet lang, noch steil en verliep langs een geasfalteerde weg, maar bovenaan werden we wel beloond met een adembenemend zicht in een rokende en stinkende krater. Vervolgens wandelden we rond een tweede krater en genoten nog eens van het idee om op het dak van de wereld te zitten!
2) Leon: Onze eerste stopplaats in Nicaragua was meteen een topper! We sliepen er in een door een Belgisch koppel uitgebaatte Hostal ´ViaVia´ dat is ondergebracht in een groot koloniaal pand. Zowel over het café, het restaurant met Belgische schotels en de herberg waren we zeer enthousiast. Ook deze koloniale stad heeft alle typisch kenmerken, maar wat ze extra heeft t.o.v. Granada is het prachtige Museum ´Fundacion Ortiz´. Dit is één van de mooiste musea die we in Centraal-Amerika bezocht hebben. In de twee statige hoekpanden bevinden zich grote collecties oude en moderne schilderijen, hedendaagse kunst en keramische potten. Een aangename afwisseling tussen vulkaanbeklimmingen, wandeltochten, mayaruïnes, stranden, meren, watervallen,...
In het restaurant Cocinarte beleefden we een culinair hoogte- en laagtepunt. Na een overheerlijke vegetarische maaltijd viel ons oog op het fotootje van een perfecte Irish Coffee in de menukaart. Omdat dit één van de dingen is waarover wij sinds ons vertrek uit België veelvuldig dagdromen, aarzelden we niet om dit te bestellen. Helaas pindakaas, we kregen een koffie met melk, met een scheut whisky en een rietje erin!!
1) Isla de Ometepe + Finca El Zopilote: Jullie lazen er al over in de nummers 4 en 6 en we komen er nog eens op terug. De rust, de prachtige natuur, de uitstapjes, onze verblijfplaats en het contact met andere reizigers waren één voor één hoogtepunten. We verbleven er op de organische ´Finca El Zopilote´ uitgebaat door een Italiaanse vader en zoon, waar we genoten van huisgemaakte pizzas, brood, koffielikeur, choco, confituur,... in een groene setting met openluchtdouches, organische toiletten, hangmatten en -stoelen, hutjes, een tarantula, petrogliefen,... Dit alles maakte dat we onszelf na 5 dagen hebben moeten verplichten om El Zopilote en het eiland te verlaten.
Op tweede Kerstdag wisselden we Nicaragua in voor Honduras waarover jullie heel binnenkort meer zullen te horen krijgen.
Verder wensen we jullie allemaal het allerbeste voor 2009!!

Perla y Esteban

maandag 15 december 2008

Rose Garden

El Salvador was voor ons een grote onbekende. Na twee weken rondreizen kunnen we jullie er nu een voorstelling van geven.

Flora: Bijna door gans het land groeien vele veldbloemen langs de kant van de weg. Voornamelijk in de bergachtige regio in het westen, waar zelfs een heuse 'Ruta de las floras' is. Zo bezochten we drie dorpjes op deze bloemenroute: Apaneca, Juayua en Ataco. Naast de vele bloemenkwekerijen vielen ook de met bloemen beschilderde lantaarnpalen op!

Vulkanen: Net zoals de andere Centraal-Amerikaanse landen heeft ook El Salvador zijn vulkanen. Twee ervan werden door ons met succes beklommen. De 'Cerro Verde' en de 'Izalco' zijn naast elkaar gelegen vulkanen, die samen voor een prachtige dagtrip zorgden. Vanop de top van de 'Cerro Verde' hadden we een mooi uitzicht op de perfect kegelvormige 'Izalco'! Na het afdalen van 1300 treden (= Cerro Verde)beklommen we via lavagesteente en- gruis de 'Izalco'! Vanop de rand van de rokende krater zagen we tot de Stille Oceaan en de grens met Guatemala! Eveneens konden we vaststellen dat de 'Cerro Verde' vanwege z'n begroeiing zijn naam niet gestolen heeft. En omdat heen en terugweg dezelfde zijn, sloten we af met het beklimmen van dezelfde 1300 treden!

Zoet water: El Salvador telt ook mooie meren, watervallen en rivieren. Terwijl 'Lago de Coatepeque' gedeeltelijk omzoomd wordt door chique villa´s, zijn dat bij het meer van Alegria koffieplantages. Terwijl in het eerste naar hartelust gezwommen kan worden, leek ons dat in het tweede niet aangeraden vanwege de zwavelgeur en de groene kleur van het water.
In het eerder vermelde Juayua gingen we naar 'Los chorros de calera'. Deze watervallen waren niet alleen mooi om te zien, ze waren ook lekker verfrissend!
In het noordoosten van het land stroomt de Río Sapo: een goede plaats om te laten bezinken wat we in 'El Mozote' gezien en gehoord hadden.

Burgeroorlog: Ook El Salvador heeft z'n burgeroorlog gehad. Een trieste episode hiervan speelde zich af in het dorpje El Mozote. Omdat men dacht dat de guerillastrijd van hieruit georganiseerd werd, werd gans het dorp op gruwelijke wijze uitgeroeid. Eén vrouw wist te ontkomen, waardoor deze gruweldaden niet in de doofpot zullen verdwijnen. Ter nagedachtenis werd een grafmonument opgericht, een rozentuin aangelegd, en werden er muurschilderingen op de kerk aangebracht!
Meer over deze oorlog kwamen we te weten in het museum van het nabijgelegen Perquin, waar o.a het wapenarsenaal van de guerilla´s tentoongesteld wordt.

Zout water: Het enige Centraal-Amerikaanse land met maar één kust heeft toch enkele mooie stranden aan de Stille Oceaan in petto!
In El Zonte bleven we maar één dag omdat onze slaapplaats niet ideaal was, maar aan de 'Playa San Diego' vielen we met ons gat in de boter. Bij het sympathieke Brits-Salvadoriaans koppel van 'El Roble' hadden we alles wat we maar wensten: gezelschapsspelletjes, hangmatten, zwembad, lekker eten, propere kamer, ping-pongtafel en een bodyboard waarmee het heerlijk spelen was in de nabijgelegen oceaan.

Steden: De hoofdstad San Salvador hebben we links laten liggen, maar we zijn wel in een andere leuke stad geweest. In Santa Anna verbleven we in 'Casa Frolaz', een prachtig huis van een rijke Salvadoriaan met z´n eigen koffieplantage.
In het centrum van de stad bezochten we het weelderig gedecoreerd theater en de kathedraal met z´n prachtige gevel!

Eten en drinken: El Salvador heeft z´n eigen tortilla-variant. Pupusas zijn tortillas die, alvorens ze op de bakplaat gaan, gevuld worden met kaas, vlees, bruine bonen, groenten,... of andere lekkernijen. Geserveerd met rauwe groentjes in 't zuur! Mmmm.. lekker!!
En omdat het land zoveel koffieplantages heeft, is er natuurlijk ook lekkere koffie, zoals die van Javier in Casa Frolaz.

Tot zover onze voorstelling van El Salvador, geschreven op Nicaraguaanse bodem, waarover we jullie binnenkort zullen berichten.

Veerle en Steven

dinsdag 25 november 2008

La isla bonita

Het heeft aan een zijden draadje gehangen, maar Kristel was dan toch in Guatemala geraakt en dus kon ze samen met ons beginnen aan een "Andere Reis", die we begonnen in Panajachel (Lago de Atitlán).
Omdat Panajachel een souvenirstadje bij uitstek is, werden hier reeds enkele artisania gekocht, waarna we het Lago de Atitlan nogmaals overstaken om rond te kuieren in San Pedro de Laguna. De volgende dag gingen we via de hoofdstad per nachtbus richting Flores, in het noorden van het land. Dit mooie dorpje op een eiland in het Péten Itzánmeer, werd de uitvalsbasis voor het bezoeken van de Maya-ruïnes in Tikal. Negen maanden hadden we ernaar uitgekeken om de zon te zien opkomen vanop de hoogste tempel van het complex, maar nu het eindelijk zover was, kregen we te horen dat sinds kort voor zonsopgang toegang tot het park niet meer mogelijk was. Toch mogen we niet klagen, want met een enthousiaste gids maakten we een tocht door de jungle met z'n mooie tempels, spin- en brulapen, tropische vogels,...
Na het oversteken van de grens, en via een tussenstop in San Ignacio, belandden we op het mooie Placencia in de Caraïbische Zee van Belize. Het paradijslijke palmbomenstrand van dit eilandje was de ideale plaats om uit te rusten na onze eerste week.
Tijd om terug naar Guatemala te keren. Dit keer niet per bus, maar per boot. We meren aan in Livingston, het enige Garifuna-stadje van Guatemala. Al lijkt dit wel een ander Guatemala met de eigen eet- en muziekcultuur van deze voormalige Afrikaanse slaven. Over deze cultuur kwamen we meer te weten op onze toer door Livingston, z´n omliggende oerwoud en langs de watervallen Siete Altares. Voor één keer vonden we het jammer dat het regenseizoen gepasseerd was, want de watervallen stonden droog. Afsluiten deden we die dag met het eten van de typische tapado (= maaltijdsoep met cocos, curry en allerlei zeevruchten) en het bezoeken van de Garifuna bar Ubafu waar we hun muziek live konden horen en waar we Gifiti (= rum + kruiden)dronken.
Om onze volgende hospedaje, Finca Tatin, te bereiken vaarden we de Rio Dulce op. Een ideale plek om te relaxen in de hangmat, een boekje te lezen, te ping-pongen, een spelletje te spelen, te plonsen in het water en om lekker te eten van het "family-style-dinner" (één maaltijd, één grote tafel). Maar er werden ook grootse inspanningen geleverd. We hebben een volledige dag door de Biotopo Chocón Machacas gekayakt.
En dan was het reeds tijd om koers te zetten naar Antigua, waar wij onze "Exodus" neerschreven terwijl Kristel de stad verkende. Als afsluiter van Kristels´ vakantie gingen we ´s avonds nog eens lekker eten.
Terwijl zij op het vliegtuig naar België zat, planden wij ons vertrek naar El Salvador!

Veerle en Steven